Duits niveau 9
Cursusinformatie
De cursus Duits niveau 9 is geschikt voor cursisten met een hoog niveau van de Duitse taal. Wanneer u de cursus Duits niveau 9 hebt afgerond, kent u de basis van het Duits grondig en volledig. Na deze cursus kunt u onder andere:
- een gesprek voeren over zakelijke en persoonlijke doelstellingen
- een uitvoerige argumentatie schrijven
- een persoonlijk verhaal tot in de puntjes begrijpen
Voor wie?
Deze algemene niveautraining is bedoeld voor mensen met kennis van het Duits op gevorderdenniveau.
Wat gaat u leren?
Tijdens de training breidt u uw actieve taalvaardigheid verder uit. Het doel van deze cursus is een ontwikkeling van het Duits met verdieping van de eerder verkregen kennis zodat u zowel mondeling als schriftelijk ideeën en standpunten secuur en correct in het Duits kunt uitdrukken. Ook het begrijpen van regionale dialecten en ironie horen bij de doelstelling.
Na het afronden van deze cursus kunt u grappen en uitdrukkingen herkennen en de inhoud ervan tot op zekere hoogte begrijpen. U kunt redeneringen en argumenten begrijpen en u bent in staat om uw mening te geven en iemand met argumenten te overtuigen. U kunt zo vloeiend en spontaan reageren dat een normale uitwisseling met moedertaalsprekers mogelijk is zonder dat dit voor een van de partijen inspanning met zich meebrengt.
U bent in staat om een uitvoerige argumentatie te schrijven, in hoofd- en bijzinnen. U kunt een klachtenbrief opstellen en een ingezonden stuk schrijven. Ook kunt u een artikel samenvatten. U kunt een vacaturetekst lezen en u weet wat er wordt bedoeld met professionele kwalificaties. Ook bent u in staat om teksten over economische onderwerpen te begrijpen.
Deze cursus verdiept en breidt de kennis van Duits niveau 8 uit en daarom komen de leerdoelen in vele opzichten overeen. De verdere uitbreiding van de taalkennis zit vooral in het schrijven en de grammatica.
En grammatica?
Grammatica die u tijdens deze cursus leert is onder andere:
- de bijwoorden andernfalls, demnach, folglich, somit, sonst, außer wenn en es sei denn gebruiken
- herkennen wanneer een werkwoord scheidbaar of onscheidbaar is
- voorzetseluitdrukkingen met de datief maken
- verbale en nominale stijl herkennen en gebruiken
- de Konjunktiv I herkennen
- onderwerpszinnen herkennen en maken
- niet-attributieve bijzinnen maken