Duits niveau 10
Cursusinformatie
Duits niveau 10 is geschikt voor cursisten met een vergevorderd niveau van de Duitse taal. Cursisten dienen bekend te zijn met de gevorderde aspecten van de Duitse grammatica en te beschikken over een brede, actieve woordenschat (beroepsmatig en privé).
Na deze cursus kunt u onder andere:
- een korte presentatie geven en de discussie die erop volgt leiden
- literaire teksten lezen
- interviews en radioverslagen begrijpen
Voor wie?
Deze algemene niveautraining is bedoeld voor mensen met kennis van het Duits op vergevorderdenniveau.
Wat gaat u leren?
Tijdens de training breidt u uw algemene taalvaardigheid verder uit. Het doel van deze cursus is een ontwikkeling van het Duits met verdieping van de eerder verkregen kennis zodat u zowel mondeling als schriftelijk ideeën en standpunten secuur en correct in het Duits kunt uitdrukken.
Na het afronden van deze cursus kunt u verschillende soorten non-fictie en literaire teksten lezen en songteksten lezen en begrijpen. Ook bent u in staat om afwisselende teksten te produceren. Zo kunt u bijvoorbeeld samenvattingen, commentaren en boekbesprekingen schrijven en kunt u digitale forumposts lezen en begrijpen en deze zelf schrijven.
U bent in staat om discussies te voeren waarbij u dingen kunt beargumenteren en standpunten onderuit kunt halen en u kunt begrippen definiëren en uitleggen. U bent in staat om beelden, foto’s en tekeningen te interpreteren en te bespreken. U kent nuttige uitdrukkingen voor het maken en bespreken van voorstellen om zo tot overeenstemming te komen. Ook kunt u actief luisteren en vragen stellen, bezwaren aanvoeren en feedback geven.
Deze cursus verdiept en breidt de kennis van Duits niveau 9 uit en daarom komen de leerdoelen in vele opzichten overeen. De verdere uitbreiding van de taalkennis zit vooral in het schrijven en de grammatica.
En grammatica?
Grammatica die u tijdens deze cursus leert is onder andere:
- Herhaling van Infinitivsätze
- Voorwaarden: bijzin met en zonder wenn (werkwoordelijk), voorzetsel (nominaal), deelwoordelijke groep
- Herhaling van passieve vormen, inclusief passieve zinsconstructies en het modale deelwoord met zu
- Hulpwerkwoorden voor beweringen en vermoedens
- Werkwoorden met voorzetsels als bijzin (da... dass) of een infinitief
- Speciale voegwoorden voor het schrijven van gevarieerde teksten
- Modalitätsverben (bijvoorbeeld haben zu, sein zu)